Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want gij hebt op uw boosheid vertrouwd; gij hebt gezegd: Niemand ziet mij; [33]uw wijsheid en uw wetenschap heeft u [34]afkerig gemaakt; en gij hebt in uw hart gezegd: Ik ben het, en niemand meer dan ik. 33. Dat is, uw toverij en sterrekunst, op welke zich de Chaldeen zeer verlieten, alsof het de grootste wijsheid ware geweest. Zie Dan.2:2, en Dan.5:7. 34. Te weten van den rechten weg, of van wat goeds te doen.